Heliand

Heliand. Een Christusgedicht uit de vroege middeleeuwen.
Uit het Oudsaksisch vertaald, geannoteerd en ingeleid door Jaap van Vredendaal. Aangevuld met de fragmenten van de Oudsaksische Genesis, vertaald door Redbad Veenbaas.
Met medewerking van Willem van der Meiden.
SUN, Amsterdam 2006. Tweede druk, 2007.
Prijs € 26,90

De Heliand (‘Heiland’), een van de vroegste meesterwerken uit de Oudgermaanse literatuur, werd rond het jaar 830 geschreven, toen de kerstening van de Saksen nog in volle gang was. Het werk getuigt op unieke wijze van de inculturatie van het christendom in onze landen. De opdrachtgever was vermoedelijk Lodewijk de Vrome, de zoon van Karel de Grote, de onbekende dichter wellicht een monnik uit een van de missiekloosters in Duitsland. De dichter van de Heliand, die zijn verhaal op de vier evangeliën baseert, plaatst het leven van Jezus in een eigentijdse, Germaanse context. Hij schetst Christus als een adellijke heer die met zijn vazallen van burcht naar burcht trekt. Landschap en klimaat zijn West-Europees. De Heliand is geschreven in allitererende verzen – de traditionele vorm van het Germaanse heldendicht.

De Heliand is geschreven in het Oudsaksisch, waarmee de taal wordt aangeduid die in de vroege middeleeuwen werd gesproken in het gebied tussen IJssel en Elbe, dus in het oosten van het huidige Nederland en in de noordelijke helft van het tegenwoordige Duitsland. De vertaling probeert door stijl en woordkeus de sfeer van de originele Oudsaksische tekst zo goed mogelijk te treffen. Ook de vertaling geeft de tekst daarom weer in allitererende verzen, zie Uit de vertaling.